VOORBEELD EEN. Ik had een of twee sedges zien vliegen op de Kyll, maar de vissen reageerden niet. Het was bovendien nauwelijks een hatch te noemen. Ik besloot daarom niet droog te gaan vissen, maar een nimf aan te binden. Omdat de sedges van de familie Rhyacophilidae veel voorkomen, mocht ik verwachten, dat een imitatie van een Rhyacophila vulgaris (Pop) wel eens een goede keuze zou kunnen zijn. (zie foto hieronder) Laag water en niet te sterke stroming. Een lichte verzwaring moest voldoende zijn. Na een aantal worpen – Bingo ! – een mooie, dikke, sterke forel. Gevangen tegen het einde van het seizoen op een rivier, die bepaald niet bekend staat om een tekort aan vergunninghouders !
VOORBEELD TWEE. Ik zag wat grijze vliegjes boven het water vliegen. Het waren onmiskenbaar Blue Duns (Subimago van Baetis vernus). Herkenbaar o.m. aan de uitgesproken blauwgrijze vleugeltjes. Ook hier besloot ik voor de nimf te gaan. De keuze was in dit geval zeker niet moeilijk. Ik ging voor zekerheid en koos voor de bekendste nimf van de uitgebreide Baetis familie, de Pheasant Tail. (zie foto hieronder). Na een aantal worpen op een wat sneller stromend stuk water ving ik een tweetal kleine forellen.
Het kan zo zijn voordelen hebben, enige kennis te bezitten van de entomologie !